Site pictogram Plata Opleidingen

Waarom lijkt ‘s nachts alles zoveel erger?

Het is bijna 2 uur ’s nachts en de gedachten blijven malen. Dan opeens schiet door je hoofd dat je al een tijd wat hoofdpijn hebt. Waarom ben je daar nou niet meer naar de dokter gegaan? ‘Tijdens dat soort nachten heb ik om half 3 altijd een hersentumor’, schrijft de Amerikaanse neurobioloog Robert Sapolsky in zijn standaardwerk over stress. ‘Daar kun je alle vage klachten aan toeschrijven die je paniek rechtvaardigen.’ Waarom komen dat soort doembeelden zo vaak ’s nachts en wat valt ertegen te doen?

Piekeren is een van de belangrijkste oorzaken van slaapgebrek. Bijna een kwart van de vrouwen en 15 procent van de mannen ligt regelmatig wakker door nachtelijk getob, aldus het internationale vakblad Sleep.

Piekeren is een logische eerste reactie op nieuwigheid en onzekerheid, zegt de Leidse universitair docent klinische psychologie Bart Verkuil. Evolutionair gezien is dat te verklaren: voorzichtigheid vergroot de kans op overleving. Maar als het sein veilig klinkt, moeten die gedachten het hoofd uit. En daar gaat het soms mis.

De prefrontale cortex, het voorste deel van de hersenen, kan een rem zetten op emoties, maar bij sommige mensen werkt die rem niet goed. Dat kan een biologische oorzaak hebben (dat maakt de ene mens neurotischer dan de ander) maar heeft ook te maken met levenslessen.

‘Piekeraars zijn in gedachten liever bezig met het probleem dan het te accepteren of een oplossing te zoeken’, zegt Verkuil. ‘Het getob is voor hen een vorm van schijncontrole. Ze denken ten onrechte dat ze door het piekeren een ramp voorkomen.’ Niet voor niets worden piekeraars in stripverhalen afgebeeld terwijl ze rondjes lopen. Zij zetten de zaken niet op een rijtje maar redeneren in een cirkel. De nacht helpt daar uitstekend bij, aldus Verkuil: er is geen afleiding, je kunt niet relativeren, mogelijkheden om controle uit te oefenen ontbreken en ’s nachts zijn we, mogelijk als overblijfsel van de evolutie, schrikachtiger. En omdat ’s nachts alles wat we overdag hebben meegemaakt de revue passeert, ontstaat wat wetenschappers ‘psychologisch herkauwen’ noemen. Gevolg: slaapgebrek, waardoor de rem in het hoofd nog lastiger te bedienen is en het gepieker toeneemt.

Wat helpt, zegt Verkuil, is om overdag een piekerplicht in te stellen, een half uurtje gereserveerd voor getob. ‘Dan moet je met jezelf afspraken maken, zoals: ik beslis dat ik er iets mee doe óf ik accepteer het probleem.’ Verkuil toonde in zijn proefschrift aan dat mensen daardoor ’s nachts minder piekeren.

Nachtelijk gepieker niet onderdrukken, zegt hij: ‘Probeer maar eens 5 minuten niet aan een witte beer te denken.’ Leg een notitieblok naast je bed en schrijf gedachten op. Of ga even wat anders doen. Een geruststelling: het gepieker neemt af als we ouder worden. Bij vrouwen na hun 60ste, bij mannen wat eerder. Dat komt door het besef dat piekeren niet helpt. Onderzoeken maakt duidelijk dat 85 procent van de dingen waarover we ons zorgen maken zich nooit voordoen.

DOOR ELLEN DE VISSER
BRON DE VOLKSKRANT

Mobiele versie afsluiten