Strooks (TA)

Een strook wordt gedefinieerd als een eenheid van erkenning. Bijv. je ziet je buurman aan komen lopen. Op het moment dat je elkaar tegenkomt glimlach je en zeg je ‘Mooi weer vandaag’. De buurman glimlacht terug en zegt ‘Nou en of’. Hier is sprake van strook-uitwisseling. Je zou eerder verbaasd zijn wanneer uw buurman niet zou reageren. Als hij niet reageert is er sprake van een negatief geladen strook, althans het verlangen naar een positieve prikkel van jou wordt niet beloond met een positieve prikkel van de buurman. We kunnen verschillende soorten strooks onderscheiden: verbaal of non verbaal (intensiteit is mede bepalend voor het effect op de ander), positief of negatief (bedanken, blij zijn, verwijten, boos zijn), voorwaardelijk of onvoorwaardelijk (gericht op bijv. een specifieke taak (wat heb je deze klus goed gedaan’, gericht op het totaal bijv.’ ik ben zo blij met je’). Kinderen leren er achter te komen welk gedrag strooks oplevert. Het principe is hierbij ‘iedere strook is beter dan helemaal geen strook’. Als er niet genoeg positieve strooks (bijv. een ongelukkig gezin met veel problemen onderling) zijn om in onze behoefte te voorzien dan gaan wij op zoek naar negatieve strooks (negatieve aandacht is ook aandacht). Deze wetenschap geeft ons een leidraad hoe wij van eventuele negatieve patronen los kunnen komen. Echter, iemand die tijdens de opvoeding voornamelijk negatieve strooks heeft gekregen, kan een teveel aan positieve strooks soms moeilijk ontvangen. Houd dus de thermometer in de gaten. De kwaliteit en de intensiteit van de strooks zijn van groot belang. Je kan dit niet in maat en getal uitdrukken, de mens hecht subjectieve waarde aan strooks. Dit is afhankelijk van de manier waarop de strooks gegeven worden en van wie zij afkomstig zijn.

Terug naar overzicht